Language: Dutch
What typifies Dutch nature? The black-tailed godwit of course, and the seal, the poplar, and European marram grass, but beyond those? This book features the most archetypal Dutch flora and fauna, from the 70 million-year-old mosasaur, to recent additions such as the wolf and the ichneumon wasps invading Amsterdam's Vondelpark.
Plants and animals, landscape, culture, history, and modern nature conservation: Each entry introduces the reader to a typical plant or animal species, reading more about its context, such as soil and landscape, water and weather, and the smells and sounds of nature in the Netherlands. Next to a description of their characteristics and habitat, attention is paid to historical and modern settings such as hunting, fisheries, or the turf industry, the provinces and landscapes of the Netherlands, and well-known biologists and scientists. Extinct species, such as the Mosasaurus – discovered in Limburg in 1778 – also feature.
Relationships between humans and nature, current affairs and awareness: The canon also makes the reader aware of the relationship between humans and nature. Scientists of the past such as Dodoens, Linnaeus, Antoni van Leeuwenhoek, Jac. P. Thijsse, or Niko Tinbergen feature. But so do the protectors of today: ecologists, foresters, and volunteers who track and manage nature year-round. The canon drives home our role and responsibility and draws links to current affairs. Think of discussions around sustainability, agriculture, nitrogen, biological agriculture, grassland birds, the wolf, and exotic species.
A rich reference work for every naturalist: The canon offers fifty self-contained entries that connect to other topics. Bridge-spiders connect to the topic of light pollution, the fly agaric to psychedelics, and the great green bush-cricket to the importance of silence for animals and humans.
Summary in Dutch:
Wat is kenmerkend voor de Nederlandse natuur? De grutto natuurlijk, en de zeehond, de populier, het helmgras, maar verder? Ook de Maashagedis, 70 miljoen jaar geleden, tot de recentste aanwinsten: de wolf en de vondelparksluipwesp komen aan bod.
Planten en dieren, landschap, cultuur en historie, moderne natuurbescherming: In elk venster leer je een karakteristieke planten- of diersoort kennen en lees je meer over de context, zoals bodem en landschap, water en weer, geuren en geluiden van de natuur in Nederland. Naast een beschrijving van de eigenschappen en leefomgeving is er aandacht voor de historische en moderne achtergronden, zoals de jacht, visserij of de turfindustrie, de provincies en landschappen van Nederland en bekende biologen en wetenschappers. Ook een inmiddels uitgestorven dier als de maashagedis – in 1778 opgegraven in Limburg – komt aan bod.
Relatie mens en natuur, actualiteit en bewustwording: De canon maakt ons ook bewust van de relatie tussen mens en natuur. Ontdekkers van toen zoals Dodoens, Linnaeus, Antoni van Leeuwenhoek, Jac. P. Thijsse of Niko Tinbergen komen aan bod. Evenals de beschermers van vandaag: ecologen, boswachters en vrijwilligers, die jaarrond de natuur volgen en bijsturen. Hiermee doordringt de canon ons van onze eigen rol en verantwoordelijkheid. En legt de link met de actualiteit. Denk aan de discussie over duurzaamheid, landbouw, stikstof, de bio-industrie, weidevogels, de wolf en exoten.
Een rijk naslagwerk voor elke natuurliefhebber: De canon biedt vijftig op zichzelf staande vensters die tegelijk inzicht bieden op meer. Zo leidt de brugspin ons naar het thema lichtvervuiling, de vliegenzwam naar geestverruiming en de grote groene sabelsprinkhaan naar het belang van stilte voor dier en mens.